Sommige mensen nemen hun werk mee naar huis in de vorm van taal. Ze komen thuis, horen een verhaal van hun partner aan en reageren met de zin: “Ik hoor wat je zegt, zullen we dit even na het weekend parkeren en verder uitkristalliseren?” De ander krijgt hier niet zelden de kriebels van. Een aantal voorbeelden van kantoor- en vergadertaal die we – zeker buiten werktijd – liever niet meer horen.

Het stukje

Het stukje kan makkelijk weggelaten worden, maar is taalkundig onkruid. We blijven het maar toevoegen aan iets dat op zich zou moeten staan. Een stukje motivatie, een stukje doorpakken en de allerergste ooit gehoord is waarschijnlijk ‘een stukje nee kunnen zeggen’. Tv-persoonlijkheid/horecacontroleur Rob Geus (‘daar word ik niet vrolijk van’) is een fervent gebruiker van het stukje. Het stukje is vaak bedoeld om de materie wat te verzachten, maar daar is nog nooit een bedrijf beter van geworden.

Engelse termen die alles ingewikkelder maken

Het komt voor dat een Engelse term makkelijker is om iets duidelijk te maken, maar op kantoren wordt hier een echte sport van gemaakt. Taalverloedering is natuurlijk van alle tijden, maar weet jij eigenlijk wat agile werken is? Of een scope? En is een belletje of telefoontje niet gewoon duidelijker dan een call, die ook als een soort trui kan worden verstaan? Soms ligt het Nederlandse woord gewoon meer voor de hand.

Vreemde werkwoorden

Doorcommuniceren, uitkristalliseren, afkaderen, terugkoppelen, als je erover nadenkt klinkt het allemaal onnodig hol. Het gebruik van dit soort vreemde werkwoorden kan duiden op een bepaalde onzekerheid of juist interessantdoenerij. Ook in de horeca zien we het gebeuren: uitserveren is gewoon serveren en uitbakken en uitsorteren zijn eveneens dubbelop. Het zijn net als doorcommuniceren typische voorbeelden van contaminaties: foutieve en vooral nutteloze taalverbasteringen.

Uitdrukkingen: waar komen ze vandaan?

Ergens een plasje over doen. Iets tegen iemand aanhouden. Ergens een klap op geven. Op de gong slaan. En ‘dat gaat ‘m niet worden’. Stuk voor stuk uitdrukkingen die om de hete brij heen draaien. Dat gebeurt op kantoren aan de lopende band, omdat men vaak de goede vrede wil bewaren voor betere resultaten. Waar dit soort uitdrukkingen vandaan komt, is moeilijk te achterhalen. Op een gegeven moment zijn we dingen over de schutting gaan gooien in plaats van gewoon opsturen, doorgeven of e-mailen. We doen dit natuurlijk ook om de sjeu er een beetje in te houden, maar het gevaar van het cliché ligt op de loer: “Die manager heeft het altijd over laaghangend fruit, kan hij niet beter boer worden?”.

Ook interessant